Een Europees monetair dividend: een nieuw monetair beleid in het tijdperk van technologische deflatie

Elk jaar geeft het Europese banksysteem 500 miljard euro uit in de vorm van schulden, waarvan ten minste 300 miljard euro de groei niet eens financieren. Deze 300 miljard is bedoeld om het niveau van prijzen te stabiliseren, maar vermindert ook de koopkracht . In plaats van ze als schuld te produceren, zou het efficiënter zijn om ze zonder compensatie aan de Europese ingezetenen te verdelen. Deze vorm van monetaire creatie, die de ECB al heeft genoemd, is een van haar instrumenten, die het in staat zou stellen zijn taak om de inflatie te stabiliseren veel beter te vervullen. Het zou het economisch systeem robuuster maken en de banken weerbaarder maken tegen crises. Het zou overheden aanmoedigen om te budgetteren. De Fransen ontvangen elke maand tussen 50 en 100 € per persoon, inclusief kinderen.

Technische vooruitgang verlaagt de prijzen. We zien dit met elektronische producten, maar dit fenomeen is al eeuwenlang op alle goederen van toepassing. Jean Fourastié [2] (Frans econoom ) heeft aangetoond dat de prijs van tarwe sinds Lodewijk XV met 400 is gedeeld: het was toen nodig om meer dan 6 uur te werken om een kilogram tarwe te kopen; vandaag duurt het minder dan een minuut. Mochten we nu nog in 1910 zijn en we betalen met onze huidige euro’s, zou de baguette ons €4 kosten,  1 kilo rundvlees €92 en een fiets meer dan €5000 Alleen de kapper, 13 €, blijft redelijk toegankelijk: die technologie (nvdr. van haarknippen) is al een eeuw lang niet veranderd, dus de prijs is niet veranderd.

Toch zien we het, de prijzen stijgen. Dit fenomeen, de inflatie, bestond niet altijd, Thomas Piketty kwalificeert het juist van “uitvinding van de twintigste eeuw”. Dit komt omdat we elk jaar veel geld verdienen. En het is deze overvloed aan geld die de prijzen opdrijft, vooral in het geval van onroerend goed. Hoe meer geld, hoe hoger de prijs.

Dit geld wordt gecreëerd door het banksysteem, in de vorm van leningen. In de eurozone wordt elk jaar 500 miljard dollar gecreëerd. Dit is een aanzienlijk bedrag, veel groter dan de door groei gecreëerde rijkdom, 200 miljard in 2018. Dus we creëren meer schulden dan onze behoefte, en dat doen we door de prijzen te verlagen: de rentetarieven worden op een hoog niveau gehouden. kunstmatig laag niveau om het lenen aan te moedigen en dit letterlijk “ten koste van alles”. Deze lage tarieven destabiliseren het economische systeem, verzwakken het banksysteem en creëren bubbels. En de schuld neemt toe tot het oneindige.

Dit overtollige geld wordt uitgegeven om het prijsniveau te stabiliseren. Het geeft dus de koopkracht weer die wordt gecreëerd door lagere prijzen en het wordt in schulden omgecijferd. Het is een diep en oneerlijk mechanisme dat de burgers van de eurozone 300 miljard euro per jaar berooft. Het ligt aan de bron van de crisis van de koopkracht van de middenklasse, veel meer dan de stijging van de koolstofbelasting (4 miljard) of de ISF (5 miljard – ‘impôt de solidarité sur la fortune (ISF ) – nvdr: is de oude Franse vermogensbelasting betaald door natuurlijke personen en paren met een netto belastbaar vermogen die strikt superieur zijn aan een bepaalde instapdrempel op 1 januari van het jaar in kwestie. Het werd opgericht in 1989 en op 1 januari 2018 vervangen door de onroerendgoed fortuin belasting (IFI).  [1]

Er is een oplossing, voorgesteld door Milton Friedman, winnaar van de Nobelprijs voor de economie in 1976. Het bestaat uit het creëren van geld en het rechtstreeks aan de burgers te verdelen, zonder enige compensatie. Deze geldschepping maakt het mogelijk om het prijsniveau te stabiliseren. Het geeft consumenten alleen de nodige extra koopkracht waarvan ze worden beroofd door die geldschepping via schulden.

Specifiek, zou elke Franse burger een maandelijks variabel bedrag ontvangen, zowat tussen 50 en 100 €. Minderjarige kinderen zouden hetzelfde bedrag ontvangen, verdeeld onder hun ouders.

Hoe verrassend het ook mag lijken, deze mogelijkheid is bekend bij de ECB. Peter Praet, een van zijn leiders, zei in maart 2016 dat hij deel uitmaakte van de toolbox van de bank. Het zou het voor de ECB veel gemakkelijker maken om haar missie om de inflatie te stabiliseren te vervullen. Het banksysteem zou aanzienlijk worden versterkt door kunstmatig lage tarieven te vermijden. De economie zou beter bestand zijn tegen crises. De prijzen van onroerend goed zouden dalen. En de ongelijkheden zouden worden verminderd.

De ECB moet dit instrument nu serieus overwegen, voor uitvoering vóór 2021. Dit is de enige oplossing om een zeer ernstige economische en sociale crisis te voorkomen.

De gevolgen in een paar woorden

Deze memo beschrijft een nieuw monetair beleidsinstrument om de ECB in staat te stellen haar doelstelling van stabilisatie van het prijsniveau te bereiken in een context waarin technologie dit voortdurend in de kiem smoort. Dit zijn de gevolgen, in enkele woorden en voor verschillende belanghebbenden.

Voor iedereen: 50 tot 100 € per maand

Het monetaire dividend zal resulteren in een som geld die elke maand wordt ontvangen zonder compensatie van de ingezetenen van het eurogebied, inclusief kinderen. Dit bedrag verschilt van land tot land. In Frankrijk zou het ongeveer 50 tot 100 € per maand per persoon moeten zijn. Het zal de neiging hebben toe te nemen wanneer de economische situatie verslechtert en te dalen in geval van oververhitting van de economie.

Dit dividend is geen geschenk. Het komt tot uiting in een koopkrachtwinst die wordt verkregen door de prijsdaling die verband houdt met de technologische vooruitgang. Het creëren van geld legt deze winst in koopkracht vast, die vervolgens via het dividend rechtmatig wordt herverdeeld aan huishoudens.

Deze verdeling zou tussen de 200 en 400 miljard euro op Europese schaal moeten vertegenwoordigen, ter vervanging van een gelijkwaardig bedrag dat vandaag in de vorm van schulden is uitgegeven. De rentetarieven zullen tot een gematigd niveau stijgen. De stijging van de vastgoedprijzen zal waarschijnlijk vertragen.

Voor bankiers: een terugkeer naar een normale tariefsituatie

Het monetaire dividend zal de onnatuurlijke rol van de schuld wegnemen om het prijsniveau te stabiliseren. De schuld kan dan worden gericht op het enige legitieme doel, de financiering van projecten en investeringen. De rentetarieven zullen worden teruggebracht tot een gekozen en onaangetast niveau, positief in reële termen. De neerwaartse druk op de prijzen zal maandelijks worden gecompenseerd door de onbeoogde uitgifte van een dividend aan de ingezetenen van het eurogebied. Het bedrag is afhankelijk van elk land en zal worden aangepast om de inflatie op hetzelfde streefniveau in het gehele eurogebied te stabiliseren.

Dit dividend zal de huidige middelenbox van de ECB aanvullen, die een effectief middel mist om deflatie te bestrijden. De middelen die in de afgelopen tien jaar zijn geïmplementeerd, hebben een beperkte effectiviteit en hebben aanzienlijke neveneffecten van ongeschiktheid opgeleverd. Deze teleurstellende resultaten houden grotendeels verband met het deflatoire effect van technologie op de kosten en de prijsoverdracht ervan via de mechanismen van concurrentie. Deze permanente deflatie moet worden geneutraliseerd door een permanente uitgifte van geld, en niet per definitie door een schuldkwestie.

Voor economische en politieke leiders: een stabielere omgeving

Het monetaire dividend zal zorgen voor een stabielere macro-economische omgeving met voorspelbare rentetarieven en inflatie. Het zal de waarschijnlijkheid en omvang van financiële bubbels verminderen. Het zal de degelijkheid van het banksysteem versterken door het verhogen van de reserve-percentages. Het draagt bij aan de vermindering van ongelijkheden en ondersteunt de koopkracht van de meest bescheidenen. Het zal regeringen aanzetten tot fiscale beperkingen, omdat elk beleid dat is gebaseerd op het begrotingstekort vanzelfsprekend zal leiden tot een daling van het monetaire dividend. Het zal de homogeniteit van het eurogebied versterken.

Auteur: François-Xavier Oliveau , 25 april 2019

Over de auteur
Voormalig consultant bij de Boston Consulting Group François-Xavier Oliveau heeft posities bekleed in bedrijven, van startups tot grote bedrijven. In een Franse investeringsmaatschappij ondersteunt hij momenteel de ontwikkeling van ETI, met name op het gebied van hun digitale transformatie en de implementatie van kunstmatige-intelligentie-instrumenten.

Al twintig jaar heeft hij bijgedragen aan het werken aan technologie en de economische en sociale gevolgen ervan op basis van zijn operationele ervaring. Hij heeft gewerkt met Andrew McAfee in 2001 over de grenzen van netwerken (Bestrijding van de grenzen van netwerken, MIT Management Review, 2002) en heeft bijgedragen aan het rapport van Christian Wit op concurrentievermogen clusters (Voor een ecosysteem van de groei, 2005).

In zijn eerste proef Microcapitalisme (PUF, inzameling Generation Free, 2017), analyseert de impact van de technologische revolutie op de samenleving en de economie. Hij stelt een gedetailleerd overzicht voor van ons sociaal model, rond de waarden van Liberty en Solidarity. Het boek ontving de Jury Prijs van het Turgot Comité in 2018.

Hij studeerde vanaf 2016 interacties tussen technologie, prijs en valuta, zowel gebaseerd op het werk van experts in de technologie (Schumpeter Fourastie, Henderson, Rifkin, Kurzweil, Rifkin, Brynjolfsson, McAfee) en economen munten (Bodin, Cantillon, Smith, Fisher, Keynes, Friedman, Hayek, von Mises, Bernanke). Deze notitie vat zijn conclusies samen.

Hij is vice-voorzitter van de Vereniging voor de instelling van een Bestaansinkomen (AIRE) en levert regelmatig bijdragen aan het werk van het Instituut Sapiens en de Generation Libre.

Bron: https://www.institutsapiens.fr/pour-la-creation-dun-dividende-monetaire
Vertaling:  Christina Lambrecht
Foto: https://www.positivemoney.eu/helicopter-money/

Het volledige rapport (in het Frans) kan hier gedownload worden: http://www.institutsapiens.fr/wp-content/uploads/2019/04/Rapport-dividende-mon%C3%A9taire.pdf

Noten:

  • [1] https://fr.wikipedia.org/wiki/Impôt_de_solidarité_sur_la_fortune
  • [2] https://www.universalis.fr/encyclopedie/jean-fourastie/
    Jean Fourastié was gepassioneerd over de ontwikkeling en analyse van lange reeksen prijzen en lonen. In de evolutie van de langetermijnprijzen (1969), in Waarom dalen de prijzen? (1984) en in andere werken, heeft hij gewezen op de omvang van de reële inkomensstijgingen die gedurende honderdvijftig jaar zijn gegenereerd door technologische vooruitgang en productiviteitsgroei. Daartoe berekende hij stelselmatig de verhouding tussen de hoofdprijzen en het uurloon van de ongeschoolde werknemer en kon hij aldus het aantal uren werken vaststellen dat een dergelijke werknemer op verschillende tijdstippen per kilo brood, een paar schoenen of, meer recent, een auto. Vergelijkbare technieken hebben het Jean Fourastié mogelijk gemaakt om de evolutie van de lonen te bestuderen volgens kwalificaties in de twintigste eeuw.